1° |
Overschreden
hebben : |
Art.
2.12, 2.37,
5
(verkeersborden C43, F1, F1a,
F1b, F4a, F12a, F87, F91)



Art.
11, 22bis
3°, 22ter
1.1°, 22
quater, 65.3
en 65.4 |
- |
met
meer dan 10 km per uur en minder dan 20 km per uur,
de toegestane snelheid in zones 30, in woonerven en
in schoolomgevingen; |
- |
met
20 km per uur en meer en minder dan 40 km per uur,
de maximum toegestane snelheid, hetzij die algemeen
van aard is, hetzij bepaald door middel van
signalisatie of volgens de categorie van het
voertuig. |
2° |
Gebruikmaken
van de links gelegen rijbaan op de openbare wegen
waarvan de rijbanen duidelijk van elkaar gescheiden
zijn en dit gebruik niet toegestaan is. |
Art.
9.2 |
3° |
Niet
in acht hebben genomen : |
Art
12, 38,
39,
5
en verkeersborden B1 of B5 en 61.1.5°
 |
a) |
de
voorrangsregels, |
b) |
voorrang
verlenen aan prioritaire voertuigen, |
c) |
binnen
de bebouwde kom, voorrang voor bussen ter hoogte van
hun halteplaats, |
d) |
de
verkeersborden B1 of B5. |
4° |
Niet
in acht hebben genomen : |
Art.
15.1, 15.2,
15.3,
5
en verkeersbord B19
 |
a) |
de
regels betreffende het kruisen, |
b) |
het
verkeersbord B19. |
5° |
a) |
Een
bestuurder links ingehaald hebben die te kennen had
gegeven dat hij voornemens was links af te slaan of
zijn voertuig op te stellen aan de linkerkant van de
openbare weg en die zich reeds naar links begeven
had om deze beweging uit te voeren. |
Art.
16.3, al.2/ lid 2 |
|
b) |
Links
ingehaald hebben wanneer de bestuurder de
tegemoetkomende weggebruikers niet van ver genoeg
kon opmerken. |
Art
17.1 |
|
c) |
De
verkeersborden C35 en C39 niet in acht genomen
hebben. |
Art.
5 en verkeersborden C35 en C39
 |
|
d) |
Bij
het ingehaald worden, de snelheid verhoogd hebben of
niet zo rechts mogelijk gereden hebben. |
Art.
16.7 |
|
e) |
Een
spoorvoertuig links ingehaald of gekruist hebben
wanneer dit inhalen of kruisen verboden was. |
Art.
15.4 en 16.9 |
6° |
De
afstand tussen de voertuigen onderling niet in acht
hebben genomen. |
Art.
18.2 |
7° |
Bij
een richtingsverandering : |
a) |
het
normaal verkeer van de andere bestuurders in gevaar
gebracht hebben. |
Art.
19.2.2° |
b) |
de
tegenliggers gehinderd hebben. |
Art.
19.3.2° a) |
c) |
aan
het normaal verkeer van de andere weggebruikers geen
voorrang verleend hebben. |
Art.19.3.3°
en 19.4 |
8° |
Een
voetganger, een fietser of een bestuurder van een
tweewielige bromfiets in gevaar gebracht hebben
tijdens het inhalen van een voertuig dat nadert of
stopt voor een oversteekplaats voor voetgangers of
een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van
tweewielige bromfietsen. |
Art.
17.2.5° |
9° |
Een
voetganger in gevaar gebracht hebben : |
a) |
bij
een richtingsverandering, |
Art
19.5, 22bis2°,
22sexies
2 met uitzondering van de laatste zin, 22septies
2, 40.1
tot 40.4, 61.1.5 |
b) |
in
woonerven en erven, |
c) |
in
voetgangerszones, |
d) |
in
speelstraten, |
e) |
gedragsregels
inzake veiligheid ten aanzien van voetgangers, |
f) |
de
verkeerslichten voor voetgangers niet in acht nemen. |
g) |
Zijn
snelheid niet gematigd hebben bij het rijden langs
een voertuig bestemd voor het gemeenschappelijk
vervoer dat stilstaat om de reizigers te laten in-
of uitstappen, of de reizigers gehinderd hebben bij
het in- of uitstappen. |
Art
40.3.1, 40.3.2 |
10° |
Zich
op een overweg begeven hebben wanneer dit verboden
was. |
Art.
20.3 |
11° |
Op
een weg voorbehouden voor voetgangers, fietsers en
ruiters elkaar gehinderd of elkaar in gevaar
gebracht hebben. |
Art.
22 quinquies 2 |
12° |
Gereden
hebben met een motorvoertuig, een sleep, zonder
verlichting vooraan of achteraan, wanneer het
gebruik van de lichten verplicht was. |
Art.
30.1, 30.4 |
13° |
Zijn
snelheid niet verminderd hebben of, zo nodig niet
gestopt hebben, wanneer de bestuurder van een
voertuig voor schoolvervoer, door het gebruik van
alle richtingaanwijzers, aangeeft dat de kinderen
gaan opstappen of uitstappen. |
Art.
39bis 2 |
14° |
Een
fietser of een bestuurder van een bromfiets in
gevaar gebracht hebben |
Art.
40ter |
15° |
Een
militaire kolonne, een groep scholieren, een stoet,
een wielerwedstrijd of elke andere beoogde groep
doorbroken hebben. |
Art.
40bis 1.2, 41.1,
41.2
en 41.3.1 |
16° |
De
algemene voorschriften betreffende de lading niet in
acht hebben genomen. |
Art.
45 |
17° |
De
verkeersborden C24a, b en c niet in acht hebben
genomen. |
Art.
48bis en verkeersborden C24a, b en c
 |
18° |
Een
rood of een vast oranjegeel licht niet in acht
hebben genomen. |
Art.
61.1 en 63.2 |
19° |
Een
witte of oranje doorlopende streep tussen de
rijstroken overschreden hebben. |
Art.
72.2 en 73.2 |